In dit artikel gaan we het hebben over vragen stellen in het engels en wanneer je deze gebruikt. Als je je verder wil verdiepen in de engelse taal klik dan: leer engels online.
Er zijn twee soorten van vragen: ja/nee vragen en wh- vragen.
Een ja/nee vraag heeft als antwoord ja of nee. Hiervoor gebruik je de werkwoorden be, have, do of een hulpwerkwoord.
- Can you swim? Yes.
- Is it raining? No.
- Are they coming? No.
- May I come in? Yes.
In vragen komt het hulpwerkwoord altijd voor het onderwerp van de zin.
- Statement - Question:
- Jim is ill today - Is Jim ill today?
- She has an older brother - Has she an older brother?
- The cats want to be fed. - Do the cats want to be fed?
- We should go now. Should we go now?
- It will rain tomorrow. - Will it rain tomorrow?
- You may use my computer - May I use your computer?
- Kate can ride a bike - Can Kate ride a bike?
Voor meer informatie kan je altijd terecht op engels leren online.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten